Paragrafen

Financiering

Tabel 4.1: Middelen, opbrengst en rendement (treasury-functie)

Rekening 2022

Begroting 2023
ontwerp

Begroting 2023 na wijziging

Rekening 2023

Middelen op 31 december (x € 1 mln.)

78

64

64

95

Middelen gemiddeld (x € 1 mln.)

76

68

68

71

Opbrengst (x € 1.000)

287

34

1.034

2.252

Rendement (%)

0,38%

0,05%

1,52%

3,17%

Onder het begrip 'Middelen' wordt verstaan de gelden die in rekening courant worden aangehouden bij de Schatkist (het schatkistbankieren) en de leningen die zijn verstrekt aan gemeenten (het onderling lenen aan openbare lichamen).

Omvang middelen 2023 (per jaareinde en gemiddeld)
In 2023 zien we een toename van de middelen van € 71 mln. eind 2022 naar € 89 mln. eind 2023. Een belangrijke reden hiervoor is de forse toename van ontvangen gelden uit zo genaamde SPUK-regelingen richting jaareinde (dus wel ontvangen voorschotten van verschillende ministeries maar die hebben dit jaar niet direct geleid tot het doen van uitgaven).
Het gemiddelde daalt van € 76 mln. in 2022 naar € 71 mln. in 2023. Het saldo bij de schatkist heeft dit jaar nogal gefluctueerd. Er waren bijvoorbeeld uitschieters naar boven van € 104 mln. en naar beneden van € 37 mln.

Omvang opbrengst 2023
Er is in de Programmabegroting 2023 uitgegaan van de opbrengst over de op dat moment reeds verstrekte leningen aan gemeenten.
Sinds medio september 2022 is de rente bij de schatkist positief en vergoedt de schatkist ons de bijbehorende creditrente die sinds het begin van 2023 geleidelijk aan is gestegen tot een percentage van bijna 4% aan het einde van het jaar.

Rendement 2023
Het rendement (3,17%) is aanmerkelijk hoger dan het geraamde percentage in de Programmabegroting 2023.

Trend 2019-2023
Er is in dit tijdvak sprake van een forse afname van de omvang van de middelen, het laatste jaar is dit echter afgezwakt. (zie grafiek 4.1).

Grafiek 4.1: Gemiddelde omvang middelen


Grafiek 4.2: Behaald rendement

Grafiek 4.2 toont het verloop van het behaalde rendement over de jaren 2019-2023 en laat zien dat het rendement in de eerste jaren maar net boven de 0% ligt en het laatste jaar een forse stijging laat zien.

Activiteiten vermogensbeheerder
Het afgelopen jaar waren er weinig contactmomenten met de vermogensbeheerder en zijn er geen nieuwe uitzettingen geweest.

ASR Vermogensbeheer heeft, op verzoek van de provincie, de volgende tarieven afgegeven:
                                                                                                                                 31/12/2023            12/02/2024        
Rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd  2 jaar:                      2,80%                   3,07%
Rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd  5 jaar/fixe:               2,50%                   2,82%.
Rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 10 jaar/fixe:             2,73%                    2,90%
Rente Onderhandse Leningen Publieke Sector looptijd 10 jaar/lineair:         2,61%                    2,86%.

In 2022 hebben de centrale banken het rentewapen ingezet om de inflatie naar beneden te krijgen en werd de korte rente fors verhoogd. Gaandeweg in 2023 daalde de inflatie om eind het jaar rond 3% uit te komen. De rente die in 2022 fors was gestegen bleef gedurende 2023 op hoge niveaus en steeg zelfs nog iets verder. Daarbij was er sprake was van een inverse rentestructuur: de korte rente (2 jaar) was hoger dan de lange (10 jaar en langer). In de markt wordt dit gezien als een voorbode van een economische recessie, en de groeicijfers bleven inderdaad laag.
In het laatste kwartaal namen de markten een voorschot op verwachte betere economische groei, lagere inflatie en renteverlagingen door de centrale banken vanaf medio 2024. De rente daalde daarop flink. Eind 2023 lag de 10-jaars Duitse staatsrente rond 2,0% en de Nederlandse 30 basispunten daarboven.

Hieronder is een overzicht opgenomen van de per balansdatum (31 december 2023) verstrekte leningen in het kader van het onderling lenen. Het behaalde rendement over de uitgezette leningen bedroeg in 2023 totaal 0,54% over een gemiddeld uitstaand bedrag van € 6,3 mln.

Tabel 4.2: Onderling verstrekte leningen aan gemeenten

Gemeente

Oorspronkelijke hoofdsom
(x € 1 mln.)

Oorspronkelijke looptijd (maanden)

Rentepercentage
(%)

Restant lening per 31-12-2023
(x € 1 mln.)

Einddatum

Heemskerk

7,0

120

0,495

1,4

10-03-2025

Veenendaal

11,0

120

0,590

2,2

27-05-2025

Meierijstad

5,0

120

0,695

1,5

05-01-2026

Totaal

5,1

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2024 12:22:35 met de export van 05/22/2024 12:14:29