Ontwikkeling en innovatie mobiliteit

Doel (2019-2023)
Reizigers kunnen snel, betrouwbaar en veilig reizen en kunnen kiezen tussen vervoermiddelen.

Doelrealisatie
We zijn gestart met het aanpakken van de urgente knelpunten die staan in het p-MIRT (2021 - 2024).

Activiteiten 2023

• We stellen het Kredietoverzicht op over de voortgang van de investeringen uit het nieuwe 'Programma Mobiliteit en Ruimte' en leggen het, als bijlage bij de programmabegroting, voor aan PS.
• We voeren de activiteiten uit het 'Programma Mobiliteit en Ruimte' uit.

Doel (2019-2023)
Knelpunten buiten Flevoland, die van invloed zijn op de bereikbaarheid van Flevoland, zijn opgelost of er zijn voorbereidingen getroffen voor het oplossen ervan.

Doelrealisatie
Het doel is (groten)deels behaald. Aangezien er vaak sprake is van afhankelijkheid van en draagvlak bij andere gebiedspartners en van de Rijksoverheid is het een zaak van de lange adem.

Activiteiten 2023

• Samen met het Rijk en de regio werken wij aan de bereikbaarheidsopgaven binnen én buiten Flevoland als gevolg van de verwachte woningbouwontwikkeling. We participeren in de vervolgactiviteiten op het MIRT-onderzoek Amsterdam Bay area (IJmeerverbinding) en de MIRT-verkenning capaciteitsuitbreiding A27. Flevolandbreed doen we een multimodaal onderzoek naar de mobiliteitseffecten van de woningbouwambities. Dit laatste onderzoek is in 2023 gestart en zal Q2 van 2024 worden opgeleverd.
• Bij het Rijk en andere gebiedspartners dringen wij aan op besluitvorming die voor de bereikbaarheid van provincie Flevoland essentieel is:
• de verbreding van de N50 tussen Kampen-Zuid en Hattemerbroek en het veiliger maken van de trajecten van de N50 die (nog) niet zijn verdubbeld;
• de verbreding van de sluis, bruggen en vaargeulen bij Kornwerderzand; In 2023 is er op dit project weinig voortgang geboekt. Er is gesproken over het verziltingsvraagstuk en de oplopende kosten van het project.

• De doelen en opgaven zijn in het 'Programma Mobiliteit en Ruimte' vertaald naar concrete activiteiten.
• We nemen deel aan het rijksregioprogramma 'Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBAB)' en werken samen in het ‘Platform Smart Mobility’ en het 'Platform Mobiliteit' van de MRA.

Doel (2019-2023)
Bereikbaarheid in Flevoland is verbeterd door de inzet van smart mobility.

Doelrealisatie
De bereikbaarheid in provincie Flevoland is door de inzet van Smart Mobility deels verbeterd.

Activiteiten 2023

• In het nieuwe 'Programma Mobiliteit en Ruimte' is Smart Mobility randvoorwaardelijk gemaakt aan nieuwe investeringen in Flevoland. Met het Fundament Smart Mobility Flevoland, de doorontwikkeling via de Kwaliteitsimpuls en de intensivering door middel van de Krachtenbundeling met het Rijk willen we de mobiliteitstransitie in Flevoland versnellen langs de fundamentele speerpunten: 

1. het Mobiliteit en Infrastructuur Test Centrum;
2. Smart Area Flevoland;
3. Gecoördineerd netwerk breed verkeersmanagement;
4. Digitalisering Overheden;
5. Vraaggericht OV/Mobility as a Service;
6. Elektrificeren mobiliteit;
7. Cross sectorale samenwerking;
8. Scale Up in Residence.

• Om de opstart van de campus bij het MITC mogelijk te maken is cofinanciering vanuit het Fundament Smart Mobility Flevoland verzorgd.
• De innovatiecompetitie op het evenemententerrein bij Walibi is afgerond en de lessons learned worden betrokken bij de vervolgstap om te komen tot proactief verkeersmanagement ten einde de bereikbaarheid van Flevoland toekomstbestendig te maken.
• Het digitaal ontsluiten van de data top 15 in alle overheidslagen en op landelijke schaal gecentreerd toegankelijk maken voor marktpartijen krijgt steeds meer momentum. In de laatste fase zal het oogmerk komen te liggen op het structureel borgen van realtime automatische aanlevering van actuele informatie.
• Er is een breed onderzoek naar de behoefte aan en bereidheid tot Mobility as a Service bij alle Flevolandse gemeenten gestart. Doel is om de noodzakelijke randvoorwaarden in beeld te krijgen die Flevolandse gemeenten ontberen om te gaan experimenteren met voornoemde innovatie.
•  De voortgang van de uitrol van de (publieke) laadinfrastructuur ligt op schema. Er is een start gemaakt met de uitrol van laadinfrastructuur op bedrijventerreinen en een uitvraag opgesteld voor het plaatsen van snelladers op strategische locaties. Alle betrokken gemeenten en provincies hebben hiervoor locaties aangedragen. Naast laadinfrastructuur is geinventariseerd welke locaties geschikt zijn voor de realisatie van een netwerk van Clean Energy Hubs (CEH). Een Clean Energy Hub (CEH) is een tank-, laad- of bunkerstation. De Hub heeft minimaal 2 alternatieve, duurzame energiebronnen (waaronder bijvoorbeeld laadvoorzieningen) en is vooral gericht op zwaar- en middelzwaar transport.
• Inleidende besprekingen met het Rijk, de MRA en de gemeente Almere zijn begonnen om de bestaande cross sectorale samenwerking te verlengen en door te ontwikkelen naar Dutch Metropolitan Innovations. De gedachten gaan uit naar een tweetal landelijke trajecten gericht op de digitale stad en multimodaliteit, waarbij Almere als voorbeeld zou kunnen gaan dienen voor andere middelgrote steden om integraal en toekomstbestendig stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken.

Om ook in de logistieke sector de vervoerstromen te kunnen verduurzamen wordt samen met de gemeente Almere onderzocht of en in welke mate er vanuit het bedrijfsleven interesse is voor deelname aan een regionale mobiliteitshub voor het bouwverkeer op een specifieke locatie in de gemeente Almere.

Doel (2019-2023)
De mobiliteit is verduurzaamd als bijdrage aan het Klimaatakkoord volgens de principes van haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar (rijksopdracht).

Doelrealisatie
Verduurzaming van mobiliteit is een proces van lange adem, dat samenwerking vraagt met een groot aantal externe partners. Via het 'Programma mobiliteit en Ruimte' en het regionaal mobiliteitsprogramma wordt hier invulling aan gegeven.

Activiteiten 2023

• Samen met regionale partners hebben we ons via het 'Regionaal mobiliteitsprogramma' (RMP) ingezet om gemeenten te bewegen meer concrete maatregelen uit te voeren ter verduurzaming van de mobiliteit. Het RMP heeft onder andere:
  • Onderzoek laten uitvoeren naar logisch samenhangende maatregelpakketten en de daarmee haalbare reductie van CO ₂ -uitstoot.
  • De veelheid aan financiële regelingen in kaart gebracht en gekoppeld aan mogelijke maatregelen.
  • Gesprekken gevoerd met gemeenten om in beeld te brengen welke maatregelen ze uitvoeren, welke ze overwegen en wat ze weerhoudt om meer maatregelen uit te voeren. Daarbij hebben we verbindingen gelegd met lopende programma’s en platforms, zoals 'MRA-elektrisch', 'MRA-Platform Smart Mobility', MRA programma 'Slimme en Schone Logistiek' en de programmalijn 'Duurzaam mobiliteitsgedrag'.
  • De resultaten van de gesprekken met gemeenten verwerkt in een potentietool op de website van het RMP. Deze tool laat zien wat per gemeente de maximaal mogelijke reductie van de CO ₂ -uitstoot is en wat de verwachte reductie is op basis van de vastgestelde ambitie.

Dit is een doorlopend proces, dat moet leiden tot steeds meer maatregelen om de CO ₂ -uitstoot door mobiliteit te verminderen.

• De capaciteit op het energienetwerk bleek ontoereikend om bussen te gaan laden bij de bestaande stallingslocaties in Emmeloord Produktieweg en bij Lelystad Vaartweg. Het was daarom ook niet zinvol om daar al laadinfrastructuur aan te leggen. Daarom is uitgeweken naar andere locaties: Nagele Eggestraat en Lelystad Airport. De laadinfrastructuur was klaar voor de start van de OV-concessie.
• Via de programmalijn 'Duurzaam Mobiliteitsgedrag 'van het Rijks-MRA programma ‘Samen Bouwen aan Bereikbaarheid’ hebben we bijgedragen aan verduurzaming van de mobiliteit van bedrijven in de MRA. Bedrijven kunnen vanuit dit programma gratis advies en ondersteuning krijgen voor de verduurzaming van de mobiliteit van hun werknemers.
• In het kader van verduurzaming van woon-werkverkeer en dienstreizen van eigen medewerkers, is het beleid voortgezet van het faciliteren van thuiswerken en het volledig vergoeden van reizen met het openbaar vervoer.
• Ter oriëntatie op mogelijkheden voor verdere verduurzaming van de mobiliteit van de eigen organisatie is een marktverkenning uitgevoerd onder externe partijen die de provincie hierbij kunnen adviseren en ondersteunen. Dit heeft een helder beeld opgeleverd van de ontwikkelingen in de mobiliteitsmarkt en daarin aanwezige mogelijkheden als het gebruik van deelvervoer, huurauto’s en elektrische fietsen en scooters. De uitkomst van de marktverkenning vormt mede de basis voor toekomstige plannen en activiteiten op het gebied van duurzaam reizen.
• Bij verschillende aanbestedingen voor aanleg en beheer van infrastructuur hebben we eisen opgenomen ter vermindering van de CO2-uitstoot en milieu-impact en ter stimulering van circulariteit. Zo hebben we geëist voor de gebruikte brandstoffen een CO2 reductie van 89% ten opzichte van reguliere diesel moet worden gerealiseerd, het gebruik moet toenemen van secundaire materialen bij de asfalt- en betonmengsels en de milieu-impact (MKI-waarde) van de toegepaste materialen verder wordt verlaagd.
• Ook hebben we inschrijvers bij verschillende projecten gestimuleerd om met een duurzame oplossing te komen.
• Op alle kantoorlocaties van de provincie passen we proactief de capaciteit van laadpunten aan voor zowel elektrische fiets als auto.
• Samen met gemeenten en maatschappelijke partners stimuleren we de beschikbaarheid van hernieuwbare brandstoffen en energiedragers. Dit doen we onder andere door via het project 'MRA-Elektrisch' een netwerk van publieke oplaadpunten voor elektrische voertuigen te realiseren. Daarnaast werken we aan pilots gericht op realisatie van één of meer Clean Energy Hubs in Flevoland.
• We zijn bezig met de aanpak van de fietsknelpunten, voorbereidingen zijn gestart met het wegwerken van ontbrekende schakels in het Regionaal Kernnet Fiets Flevoland. Wij realiseren een viertal hoogwaardige fietsroutes, waaronder de MRA- doorfietsroute snelfietsroute Lelystad-Almere. Naast investeren in beton, stimuleren wij het fietsgebruik met gerichte acties en/of het aanbrengen van fietsvoorzieningen op/of langs fietspaden.

Toelichting

Geen sprake van verschillen > € 100.000, derhalve niet van toepassing.