Middelen
7.5 Reserves | Rekening 2022 | Begroting 2023 ontwerp | Begroting 2023 na wijziging | Rekening 2023 | Verschil |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | 62.196 | 32.107 | 57.113 | 64.164 | -7.051 |
Baten | -41.575 | -40.173 | -66.069 | -56.209 | -9.860 |
Saldo | 20.621 | -8.066 | -8.956 | 7.954 | -16.910 |
x € 1.000 |
Stortingen in reserves | Begroting | Rekening | Verschil | Waarvan |
---|---|---|---|---|
Personeel | 900 | 1.215 | -315 | 0 |
Brede Bestemmingsreserve | 18.186 | 18.396 | -210 | 0 |
Egal. res. activ. vervangingsinv. | 548 | 902 | -354 | 0 |
Mobiliteit | 6.067 | 7.492 | -1.375 | -50 |
Beheer en ontwikkeling Natuur | 504 | 778 | -273 | 0 |
Economisch Programma | 7.429 | 8.159 | -730 | 0 |
Milieu, duurzaamheid en energie | 285 | 447 | -162 | 0 |
Informatievoorziening | 0 | 512 | -512 | 0 |
MSNF | 0 | 3.000 | -3.000 | 0 |
Overige kleine verschillen | 23.194 | 23.263 | -70 | 0 |
Totaal stortingen | 57.113 | 64.164 | -7.001 | -50 |
x € 1.000, - = nadeel |
Toelichting stortingen
Een aantal reserves kent een hogere storting ten opzichte van de begroting na wijziging. De hogere stortingen passen binnen het door PS vastgestelde beleid ten aanzien van de desbetreffende reserves, zoals is vastgelegd in de 'Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023' of nadien genomen (instellings-)besluiten. Hieronder is een toelichting opgenomen op alle reserves met een verschil > € 0,1 mln.
1. Personeel
Door de gespannen arbeidsmarkt is niet gelukt om de totale geraamde formatie voor 2023 in te vullen. De lasten van het (tijdelijk) inhuren van medewerkers zijn grotendeels gedekt uit de onderbezetting en overige bestaande financiële middelen. Per saldo is het effect positief. Het positieve resultaat is toegevoegd aan de egalisatiereserve ‘Personeel’. Daarnaast zijn de niet bestede middelen voor onder andere medewerkersontwikkeling en het persoonlijke budget voor duurzame inzetbaarheid (PDBI) en een deel van de stelpost 'Frictiekosten' toegevoegd aan deze reserve (zie ook programmaonderdeel 7.4).
2. Brede Bestemmingsreserve
Het verschil ten opzichte van het kader voor 2023 wordt met name veroorzaakt door enkele (incidentele) hogere stortingen dan begroot (na wijziging). Voor een gedetailleerd overzicht van de gerealiseerde stortingen in de ‘Brede Bestemmingsreserve’ wordt verwezen naar bijlage 1 van deze jaarstukken.
3. Egalisatiereserve activering vervangingsinvesteringen
Deze reserve heeft betrekking op de instandhouding van bestaande provinciale infrastructuur op de afgesproken kwaliteitsniveaus (zie ook programmaonderdeel 6.3). De budgetten voor het jaarlijks onderhoud zijn aangepast op basis van actuele inzichten, zoals ook opgenomen in de 'Strategische Uitvoeringsplannen' (SUP 2.0). Dit wordt gedekt uit deze reserve, waarvoor in de reserve voldoende vrije middelen beschikbaar zijn. Het restant van de mutatie betreft wijzigingen in de kapitaallasten die voortvloeien uit de geactualiseerde 'Activastaat 2024-2027', gebaseerd op de huidige bestedings- en investeringsplannen.
4. Mobiliteit
Het verschil tussen de beschikbare middelen voor het openbaar vervoer en fietsmaatregelen (die via het provinciefonds en via een specifieke uitkering worden ontvangen) en de daaruit te dekken kosten en investeringen wordt conform bestaand beleid geëgaliseerd via deze reserve (zie programma 6).
De begrotingspost 'Openbaar streekvervoer' onderschrijdt het begrotingsaldo met een bedrag van € 0,57 mln. Van het totaal budgettair voordeel als gevolg van de onderschrijding binnen de begrotingspost is € 0,38 mln. gestort in deze bestemmingsreserve. Daarnaast ondervindt Regiotaxi Flevoland qua gebruik nog steeds de nadelige gevolgen van de coronapandemie. Dit leidt ertoe dat er in 2023 minder gebruik is gemaakt van deze voorziening (openeinderegeling) dan waar tot op heden op basis van prognoses vanuit werd gegaan. Het totaal budgettair voordeel als gevolg van de onderschrijding binnen de begrotingspost is gestort in deze bestemmingsreserve.
5. Beheer en ontwikkeling Natuur
Het verschil tussen de beschikbare middelen voor de gedecentraliseerde natuurtaken en de werkelijke kosten worden conform bestaand beleid toegevoegd aan deze reserve (zie programmaonderdeel 2.2).
6. Economisch Programma
De niet bestede middelen voor het 'Economisch Programma' zijn conform bestaand beleid toegevoegd aan deze reserve (zie programmaonderdeel 3.1).
7. Milieu, duurzaamheid en energie
Binnen het programma 'Energietransitie' is er op de diverse onderdelen een onderbesteding van in totaal € 0,6 mln. Niet alle opdrachten van energie hebben geleid tot uitgaven in 2023, omdat een deel van de opdrachten over het jaar heen zijn getild (zie programmaonderdeel 5.1). De middelen blijven beschikbaar in deze reserve’.
8. Informatievoorziening
In het kader van de voorbereiding van de implementatie naar een nieuw financieel pakket (SAP) en verhogen van de digitale weerbaarheid, waren er in 2023 extra financiële middelen beschikbaar gesteld voor ICT-advies. Beide projecten zijn nog niet afgerond en het restant van de resterende financiële middelen is toegevoegd aan deze egalisatiereserve (zie programmaonderdeel 7.4).
9. MSNF
PS hebben bij de vaststelling van de jaarstukken 2022 ingestemd met een reservering van € 3 mln. voor de verwachte aanloopverliezen van het project 'Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland'. Later in 2023 hebben PS het investeringskrediet opnieuw vastgesteld, waarbij ook een reserve is ingesteld voor de exploitatie van het project. Omdat die reserve in 2022 nog niet bestond is het bedrag van € 3 mln. in eerste instantie als oormerk opgenomen in de 'Brede Bestemmingsreserve'. Nu is de daarvoor bedoelde reserve 'MSNF' beschikbaar, zodat de reservering daarnaar overgeheveld kon worden in lijn met de besluitvorming van PS medio 2023. Per saldo is er dan ook geen mutatie in de totale omvang van de reserve.
Onttrekkingen aan reserves | Begroting | Rekening | Verschil | Waarvan |
---|---|---|---|---|
Algemene reserve | -11.235 | -10.608 | -627 | 0 |
Personeel | -2.427 | -539 | -1.887 | 0 |
Brede Bestemmingsreserve | -19.077 | -20.170 | 1.093 | 0 |
Zuiderzeelijngelden | -4.250 | -549 | -3.701 | 0 |
Technische bijstand Europa | -215 | -97 | -118 | 0 |
Procesgelden gebiedsontwikkeling | -1.475 | -873 | -602 | 0 |
POP | -4.032 | -1.987 | -2.044 | 0 |
Bodem | -450 | -191 | -259 | 0 |
Cofinanciering EU-projecten 14-20 | -900 | -354 | -546 | 0 |
Nieuwe Natuur | -1.750 | -1.379 | -371 | 0 |
Egal. res. activ. vervangingsinv. | 519 | 0 | 519 | 0 |
Egalisatie JO Infrastructuur | 0 | -181 | 181 | 0 |
Beheer en ontwikkeling Natuur | -5.446 | -5.557 | 112 | 0 |
Doorgeschoven activiteiten | -676 | -1.153 | 0 | 477 |
Milieu, duurzaamheid en energie | -885 | -661 | -224 | 0 |
Regiodeal Noordelijk Flevoland | -1.318 | -329 | -989 | 0 |
Krachtige samenleving | -875 | -405 | -470 | 0 |
Fonds vitaal platteland | -685 | -419 | -266 | 0 |
Overige kleine verschillen | -10.893 | -10.757 | -137 | 0 |
Totaal onttrekkingen | -66.070 | -56.209 | -10.336 | 477 |
x € 1.000, - = nadeel |
Toelichting onttrekkingen
De aanwending van bestemmingsreserves is veelal afhankelijk van projectvoortgang en de daarmee gemoeide uitgaven. Hierdoor ontstaan verschillen in de onttrekkingen aan de reserves (indien minder is uitgegeven hoeft minder onttrokken te worden aan de reserves). De verklaringen zijn opgenomen bij de desbetreffende programmaonderdelen in deze jaarstukken. Een aantal reserves kent een overschrijding ten opzichte van de begroting na wijziging (meer onttrokken dan begroot). Deze hogere onttrekkingen passen binnen het door PS vastgestelde beleid ten aanzien van de desbetreffende reserves, zoals is vastgelegd in de 'Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023' of nadien genomen (instelling-)besluiten. Hieronder is een toelichting opgenomen op alle reserves met een verschil > € 0,1 mln .
1. Algemene reserve
De lagere onttrekking wordt veroorzaakt door niet (volledig) ingezette middelen vanuit de resultaatbestemming 2022.
2. Personeel
Onttrekkingen aan de reserve 'Personeel' voor frictiekosten worden geraamd op basis van het 'worst-case' scenario, voor bijvoorbeeld de WW-duur en werk-naar-werk regelingen. De werkelijke onttrekking wordt vervolgens gedaan tegen de werkelijk gerealiseerde kosten. Deze zijn lager dan begroot doordat er onder andere ex-werknemers zijn geweest die eerder een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden .
3. Brede Bestemmingsreserve
De onttrekking aan de 'Brede Bestemmingsreserve' is lager dan geraamd doordat de voortgang van een aantal projecten lager was dan vooraf verwacht. Voor een gedetailleerd overzicht van de gerealiseerde onttrekkingen wordt verwezen naar de toelichting op de 'Brede Bestemmingsreserve' zoals opgenomen in bijlage 1 van deze jaarstukken .
4. Zuiderzeelijngelden
De activiteiten van ‘ontsluitingsweg Port of Urk’, ‘Maritieme servicehaven Noordelijk Flevoland' en 'MITC' hebben een looptijdverlening die doorloopt ná 31 december 2023 (zie programmaonderdeel 3.2). Deze begrote middelen blijven beschikbaar in deze reserve .
5. Technische bijstand Europa
De reserve is ingesteld om de besteding van beschikbare middelen voor de uitvoeringskosten (technische bijstand) van de Europese programma’s door de jaren heen te kunnen egaliseren. De daadwerkelijke onttrekking bleek € 0,1 mln. lager dan geraamd.
6. Procesgelden gebiedsontwikkeling
Het budget voor de voorbereiding en intensivering van diverse gebiedsprogramma's is minder benut omdat meer capaciteit ingezet en verantwoord kon worden in ontwikkelingen waarvoor rijksmiddelen zijn ontvangen (zie programmaonderdeel 3.2). Deze gelden blijven beschikbaar in deze reserve .
7. POP
In 2023 is € 9,9 mln. betaald aan POP-projecten (zijnde 19% van de totale POP bijdrage). Hiervan is het provinciale deel relatief beperkt geweest, te weten € 1,5 mln. Het grootste deel is dus door de EU, danwel door derden, bijgedragen waardoor minder is besteed dan begroot in 2023 (zie programmaonderdeel 2.2). Deze gelden blijven beschikbaar in deze reserve .
8. Bodem
In mei 2023 is de procesregisseur van het gebiedsproces bodemdaling gestopt waardoor het aantal onderzoeken en praktijkproeven sterk is verminderd. Inmiddels is een evaluatie uitgevoerd en zal in maart 2024 een nieuwe procesregisseur starten (zie programmaonderdeel 2.1). De gelden blijven beschikbaar in deze reserve .
9. Cofinanciering EU-projecten 14-20
De provinciale cofinanciering voor 'Kansen voor West' en 'Interreg' zijn vastgelegd in subsidiebeschikkingen en zullen in de komende jaren uitbetaald worden (vanuit de reserve 'Cofinanciering EU-projecten 14-20').
Daarnaast zijn nog niet alle kosten gedeclareerd die gemaakt zijn tijdens de uitvoering van provinciale projecten. Deze middelden blijven beschikbaar in deze reserve .
10. Nieuwe Natuur
Diverse projecten van het programma ‘Nieuwe Natuur’ zijn in 2023 afgewikkeld. Door de afronding zijn er minder proceskosten gemaakt en een klein deel van de projecten wordt in 2024 afgewikkeld (zie programmaonderdeel 2.2). De middelen blijven beschikbaar in deze reserve .
11. Egalisatiereserve activering vervangingsinvesteringen
Hiervoor wordt verwezen naar de toelichting bij de stortingen. Deze reserve heeft betrekking op de instandhouding van bestaande provinciale infrastructuur op de afgesproken kwaliteitsniveaus (zie ook programmaonderdeel 6.3). De budgetten voor het jaarlijks onderhoud zijn aangepast op basis van actuele inzichten, zoals ook opgenomen in de 'Strategische Uitvoeringsplannen' (SUP 2.0). Dit wordt gedekt uit deze reserve, waarvoor in de reserve voldoende vrije middelen beschikbaar zijn. Het restant van de mutatie betreft wijzigingen in de kapitaallasten die voortvloeien uit de geactualiseerde 'Activastaat 2024-2027', gebaseerd op de huidige bestedings- en investeringsplannen .
12. Egalisatie Jaarlijks Onderhoud Infrastructuur
Onderschrijdingen en overschrijdingen binnen jaarlijks onderhoud (en eveneens gladheidsbestrijdingen)
worden voor een groot deel bepaald door onvoorziene, niet planbare omstandigheden. Het verschil tussen de
beschikbare middelen voor het jaarlijks onderhoud infrastructuur en de daaruit te dekken lasten wordt
conform bestaand beleid geëgaliseerd via deze reserve (zie programmaonderdeel 6.3).
13. Beheer en ontwikkeling Natuur
Provincie Flevoland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Natura 2000 beheerplannen. In 2023 zijn er, naast de uitvoering van het projectplan 'Grazig deel', geen grote ingrepen uitgevoerd. Een deel van het budget is daardoor niet besteed (zie programmaonderdeel 2.2). De niet bestede middelen blijven beschikbaar in deze reserve .
14. Doorgeschoven activiteiten
Dit betreffen de niet ingezette middelen binnen deze reserve van 2022. In overeenstemming met de 'Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023' is het niet ingezette deel vrijgevallen ten gunste van het resultaat .
15. Milieu, duurzaamheid en energie
Binnen het programma 'Energietransitie' is er op de diverse onderdelen (Energieweerbaarheid, Aanpak grootste gasverbruikers, Het Goede Voorbeeld, advies warmtenetten, opstellen Klimaatplan, Waterstofeconomie) een onderbesteding van in totaal € 0,64 mln. Niet alle opdrachten van energie hebben geleid tot uitgaven in 2023, omdat een deel van de opdrachten over het einde van het jaar doorlopen. Van het verschil wordt € 0,16 mln. toegevoegd aan de reserve ‘Duurzame energie’ volgens de 'Nota Reserves & Voorzieningen 2020-2023'. Hiermee is de maximale toevoeging van € 0,65 mln. aan deze reserve (zie programmaonderdeel 5.1). Daarnaast is door vertraging van het onderzoeksprogramma, zoals aangegeven in de voortgangsnotitie RES Flevoland 2023, een onderbesteding op dit budget, omdat de regio zich heeft moeten heroriënteren vanwege netcongestie en beleid zon (geen zon op landbouwgrond) en wind op land (windplan west). De middelen blijven beschikbaar in deze reserve .
16. Regiodeal Noordelijk Flevoland
De middelen voor de Regiodeal zijn mede bedoeld voor versterking van het Maritieme Cluster Urk. Vanwege een latere realisatie van de maritieme servicehaven (pijler 'Fysieke ontwikkeling'), is er op de pijler 'Innovatie' ook sprake van uitloop (zie programmaonderdeel 3.2). De middelen blijven beschikbaar in deze reserve .
17. Krachtige samenleving
In 2023 heeft de Zorgtafel op een laag pitje gestaan, omdat de aandacht van gemeenten en zorgaanbieders gefocust was op het maken van het Regiobeeld en Regioplan IZA (Integraal Zorgakkoord). De middelen voor wonen, welzijn & zorg zijn voor een groot deel doorgeschoven naar 2024 (zie programmaonderdeel 4.3). Voorbereidingen met gemeenten en Zorgkantoor hebben langer geduurd dan ingeschat. Medio december is het regionaal ondersteuningsteam van start gegaan bij 3 gemeenten. In de loop van 2024 zullen ander gemeenten aangehaakt worden. Tenslotte zijn in het kader van de omschakeling naar het nieuwe coalitieakkoord (om- en afbouw van programma 'Krachtige Samenleving') middelen doorgeschoven naar 2024 (en een klein deel 2025). Deze middelen blijven beschikbaar in deze reserve .
18. Fonds vitaal platteland
Vanuit de 'Nadere Regels Fonds Leefbaar Platteland' zijn in 2023 subsidies verstrekt. De termijn voor aanvragen is verlengd naar eind 2023, waardoor voor die projecten de uitvoering plaatsvindt in 2024. De kosten worden dan ook in 2024 verantwoord (zie programmaonderdeel 2.2). De niet bestede middelen uit 2023 blijven beschikbaar binnen deze reserve.